Psalms 53

1Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op Machalath. [053:2] De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God; zij verderven het, en zij bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand, die goed doet.
 onderwijzing Zie Psa 32:1 .
,
 opperzangmeester, Zie Psa 4:1 .
,
  máchalath Dit schijnt ook een naam te zijn van zeker muzikaal instrument niet ongelijk aan de nechiloth. Zie Psa 5:1 . Verg. onder Psa 88:1 .
,
 De dwaas Deze psalm komt overeen met den dertienden, uitgenomen enige verandering, die het den Heilige Geest beliefd heeft daarin te gebruiken. Zie de aantekening aldaar.
2[053:3] God heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht. 3[053:4] Een ieder van hen is teruggekeerd, te zamen zijn zij stinkende geworden, er is niemand, die goed doet, ook niet een. 4[053:5] Hebben dan de werkers der ongerechtigheid geen kennis, die Mijn volk opeten, alsof zij brood aten? Zij roepen God niet aan. 5[053:6] Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard geworden, waar geen vervaardheid was; want God heeft de beenderen desgenen, die u belegerde, verstrooid; gij hebt hen beschaamd gemaakt, want God heeft hen verworpen.
 geen Dat is, daar zij in het minste niet dachten dat iets hen verschrikken kon, en onverzulks onversaagd, stout en trots waren, of waar geen natuurlijke oorzaak was van vervaardheid; want op God dachten zij niet, die het hun nochtans doen zou. Verg. Lev 26:36 ; Deu 28:65 ; Job 15:21 ; Pro 28:1 .
,
 beenderen Gelijk dengenen geschiedt, die in een veldslag omkomen, of van wilde dieren verscheurd zijn, welker beenderen hier en daar verstrooid worden.
,
 u belegerde, De profeet spreekt de gemeente der gelovige aan, zichzelven insluitende.
,
 verworpen Te weten, uwe vijanden en verdrukkers.
6[053:7] Och, dat Israëls verlossingen uit Sion kwamen! Als God de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, dan zal zich Jakob verheugen, Israël zal verblijd zijn.
 door uw Of, naar uwe waarheid, of trouw, om uwer waarheid wil. Versta, de beloften in het houden van welken God waarachtig en getrouw is.
Copyright information for DutSVVA